Schrif­te­lijke vragen: Sloop­kogel bouw­be­sluit

Indiendatum: 12 jan. 2024
Antwoorddatum: 5 mrt. 2024

Afgelopen december 2023 werd de raad via een raadsbrief geïnformeerd over de toezegging ten behoeve van ingetrokken motie 37 ‘Sloopkogel door het nieuwbouwbeleid’, van de Partij voor de Dieren. De brief geeft ons aanleiding tot een aantal verhelderende technische vragen.

1. Uit de brieven van de minister blijken wat de plannen zijn voor nieuwbouwwoningen en kantoren. De brief van 4 oktober geeft aan dat voor andere gebruiksfuncties zoals zorginstellingen, onderwijs en industrie nog onderzoeken plaats vinden naar de verduurzaaming. De resultaten en gevolgen daarvan worden in het voorjaar van 2024 naar verwachting richting de kamer gestuurd. Wordt gemeente Tilburg al dan niet via de G40 en/of VNG hierin meegenomen?

Antwoord:
Het is aan het VNG-bestuur en dat van de G40 om te bepalen in welke mate zij een rol wensen te nemen in deze beleidsvorming. Wij zullen de VNG-commissie (Economie, Klimaat, Energie en Milieu) en de G40 themagroep duurzaamheid vragen om zich hiervoor in te spannen en ons hierover te informeren.

2. De lokale politiek (via welk gremium dan ook) staat niet genoemd bij de verschillende stakeholders die meegedaan hebben in de klankbordgroep van de minister. Hoe is de inbreng van de lokale overheid meegenomen? Heeft het college er vertrouwen in dat de visie zoals gemeente Tilburg die heeft op dit
onderwerp, voldoende gehoord is in die klankbordgroep?

Antwoord:
Wij hebben in lijn met de motie onze inzet geleverd via de G40, niet via de genoemde klankbordgroep. Verder nemen gemeenten, provincies, Rijk, bedrijfsleven en kennisinstellingen gezamenlijk deel aan onder meer de City Deal Circulair en Conceptueel Bouwen en Het Nieuwe Normaal. Deze inzet kan tot aanpassing leiden van het bouwbesluit, dat is ook ons streven. Hoe de minister in zijn algemeenheid lokale overheden betrekt, dat is aan de minister zelf. Verder is het ook aan de minister zelf om de inhoud van zijn brieven aan de kamer te bepalen en daarin te samenwerkingsverbanden wel of niet te benoemen.

3. In de brief van 4 oktober maar ook in de raadsbrief wordt haalbaar en betaalbaar genoemd als een voorwaarde. Hoe ziet dit er praktisch uit? Als daarover overlegd wordt met andere gemeenten maar bijvoorbeeld ook het Rijk en/of provincie, komt er dan een soort “gemiddelde” uit van wat al die gremia haalbaar en betaalbaar vinden of zit hier wel een onderlaag aan vast? Graag een toelichting.

Antwoord:
Het is niet aan ons om toe te lichten wat de minister bedoeld met zijn brieven aan de kamer, daarover kunnen Kamerleden hem bevragen. In onze eigen raadsbrief van 19 december 2023 worden ‘haalbaar en betaalbaar’ niet als voorwaarde genoemd, dat stelt u ten onrechte. Eerder hebben wij in ons beleid aangaande duurzaam bouwen opgenomen dat Energieneutrale Gebouwen (ENG) als eis en daarmee als ondergrens wordt meegenomen bij nieuwe bouwprojecten, dit voor zover wij daar zelf op sturen in afwachting van landelijke wetgeving. Hierover heeft de raad eerder besloten.
Ten aanzien van circulair bouwen is het onze inzet om Het Nieuwe Normaal als landelijke ondergrens te laten fungeren. Deze intentie hebben wij met alle ondertekenende partijen (waaronder de G4 en G40 steden en diverse ministeries) ook uitgesproken. Nu is het zaak om deze principes ook landelijk en lokaal
in beleid te verankeren, waaronder in het bouwbesluit. De doelstelling van Het Nieuwe Normaal is ‘een eenduidige taal met haalbare en ambitieuze circulaire prestaties voor de bouwsector’ te realiseren. Daarmee wordt in de kern bedoeld dat de meest ambitieuze criteria tot de nieuwe norm (het nieuwe normaal) worden verheven. Deze criteria zijn op basis van ruim 200 evaluaties van circulaire bouwprojecten in beeld gebracht. De 25% meest ambitieuze projectresultaten worden daarbij als de nieuwe ondergrens voorgesteld. Daarmee gaat Het Nieuwe Normaal niet uit van het ‘gemiddelde’, maar juist van de meest ambitieuze criteria die ook aantoonbaar in de praktijk te realiseren zijn op het schaalniveau van gebouwen, gebieden en infrastructuur. Deze concrete criteria hebben betrekking op milieu-impact, materiaalgebruik en waarde behoud. Door middel van vervolgonderzoek worden deze verbreedt zodat de doelen op termijn ook weer ambitieuzer worden. Hiervoor komen extra meetbare criteria welke bewezen effectief zijn bij de verdere ontwikkeling van circulair bouwen. Door dit landelijk in te zetten ontstaat een gelijk speelveld voor alle partijen. Op dit moment worden deze doelen vertaald in concrete regels en richtlijnen voor borging in beleid. Dit kunnen alle ondertekenende partijen benutten om hun intentieverklaring om te zetten in de praktijk. Meer over Het Nieuwe Normaal leest u via deze link Het Nieuwe Normaal | Cirkelstad.

4. In de raadsbrief wordt gesproken over “Het Nieuwe Normaal” van de G40 en dat zij daarmee de lijn uit willen zetten bij het Rijk. Kunt u aangeven wat “Het Nieuwe Normaal” inhoudt en in hoeverre dit verschilt met wat de minister van plan is?

Antwoord:
Het Nieuwe Normaal is niet ‘van de G40’ zoals u stelt, maar is het product van samenwerking tussen diverse ministeries, G4, G40 en een netwerk van landelijk opererende bouwers, ontwerp-, advies- en ingenieursbureaus. Voor een complete lijst van deelnemende partijen verwijzen wij u naar de website (Het Nieuwe Normaal | Cirkelstad). Zie verder het antwoord bij vraag 3.

5. “Het Nieuwe Normaal” wordt in BrabantStad vertaald naar het eigen lokale beleid. Wordt dit één op één over genomen of hebben de andere gemeenten de mogelijkheid om andere nuances of waardes te bepalen?

Antwoord:
Zie het antwoord onder vraag 3, daarbij heeft Iedere gemeente uiteraard de mogelijkheid om zelf beleid vast te stellen, op basis van de ambities van de gemeente. Het is vooral belangrijk dat er in iedere gemeente gebruik wordt gemaakt van dezelfde definities, zodat we echt dezelfde taal gaan spreken en ook de ontwikkelende partijen begrijpen wat er van hen verwacht wordt.

6. Circulair bouwen en duurzaam bouwen wordt in de raadsbrief een beetje door elkaar gebruikt. Kunt u duiden hoe deze zich tot elkaar verhouden? Want ENG bouwen en circulair bouwen houdt verband met elkaar maar is niet hetzelfde.

Antwoord:
Duurzaam bouwen is een breed begrip, waarbij niet alleen energieprestatie of milieueffecten zijn inbegrepen, maar ook zaken als tijdloos gebruik, architectuur of erfgoedwaarde. Wij gebruiken duurzaam bouwen in de raadsbrief als concrete verwijzing naar het eerder vastgestelde beleid met dezelfde naam. Circulair bouwen is een vorm van duurzaam bouwen waarbij de principes van circulariteit integraal op gebouw en gebiedsniveau doorwerken. Circulariteit is in dit verband een breder en meer veelomvattend begrip (dat de totale levenscyclus van materialen omvat) dan wij in ons eigen beleid onder de noemer ‘duurzaam bouwen’ nu al beogen. Een gebouw is circulair als bij de bouw en het beheer voorraden in een gesloten kringloop worden gehouden, zonder schadelijke emissies naar lucht, water en bodem.

7. “Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vanaf 1 januari 2024 wordt bezien hoe we het duurzaamheidsbeleid kunnen opnemen in het omgevingsplan.” Kunt u aangeven op welke termijn u verwacht hier meer inzicht in te hebben?

Antwoord:
De Roadmap Omgevingsplan Tilburg, het “spoorboekje” voor het opstellen van het volwaardig omgevingsplan zal naar verwachting door het college vastgesteld gaan worden in april 2024. In deze Roadmap wordt ook een planning opgenomen voor nieuwe onderwerpen/beleid in het omgevingsplan zoals het duurzaamheidsbeleid. Maandag 11 maart 2024 wordt de raad geinformeerd over de Roadmap.