Tech­nische vragen: Gemeen­telijk beleid omtrent overlast veroor­za­kende dieren zoals ratten, muizen en duiven

Indiendatum: 11 apr. 2023
Antwoorddatum: 1 mei 2023

Vanaf 1 januari dit jaar mogen ratten en muizen door particulieren niet meer worden bestreden met gif. Professionele bestrijders mogen nog wel gif gebruiken.

1. Maakt de gemeente gebruik van professionele bestrijders van ratten en muizen?

Antwoord:
De gemeente heeft afgelopen jaar een aanbesteding voor plaagdierbeheersing gehouden, waarbij de opdracht voor vier jaar is gegund aan Martens Plaagdierpreventie. Dit betreft de plaagdierbeheersing in de gemeentelijke gebouwen (inclusief de bijbehorende buitenruimte) en de plaagdierbeheersing in de openbare ruimte (alleen wespen en ratten).
Bij plaagdierbeheersing in de gebouwen gaan we uit van preventie, dus het voorkomen van overlast door plaagdieren. In de openbare ruimte werken we reactief. Dus alleen wanneer er overlast is van ratten en wespen wordt plaagdierpreventie ingezet. Bij ratten zetten we plaagdierbeheersing ook in tuinen van burgers omdat hier meestal de voedingsbron aanwezig is (voer voor kippen, vogels, afval ed.).


A. Zo ja, welke methoden gebruiken deze bestrijders tegen ratten en muizen; ook gif?

Antwoord:
De plaagdierbeheerser werkt volgens de Integrated Pest Management methode. Hierbij is in de gebouwen preventie (bouwkundige maatregelen, hygiëne) de belangrijkste methode om muizen en ratten te weren. Bij overlast worden klemmen ingezet. Alleen in uiterste gevallen worden biociden ingezet. Biociden zijn middelen om ongedierte te bestrijden. In de openbare ruimte bestaat de belangrijkste methode uit het geven van advies aan burgers. Ratten zorgen vooral in tuinen van burgers voor overlast omdat daar voedselbronnen aanwezig zijn zoals diervoeder en afval. Door voedingsbronnen weg te nemen wordt de overlast al gedeeltelijk oplost. Daarnaast worden klemmen ingezet en bij rattenplagen in uiterste geval biociden (wanneer het een gevaar is voor de volksgezondheid). Wespennesten worden alleen verwijderd als ze een gevaar vormen voor burgers, bijvoorbeeld nabij een voetpad, sportveld of speelgelegenheid. Er is geen andere mogelijkheid dan ze te bestrijden met biociden.


B. Zo ja, voor welke doeleinden en op welke plaatsen worden deze bestrijders ingezet?

Antwoord:
In de gebouwen vooral voor preventie, maar ook bij overlast. In de openbare ruimte alleen bij overlast.


C. Worden ook diervriendelijke, niet-dodelijke methoden gebruikt?

Antwoord:
In gebouwen maken we gebruik van bouwkundige voorzieningen (weren van plaagdieren) en in de openbare ruimte is advies (het wegnemen van voedselbronnen) de belangrijkste methode. Het meest actuele raadsstuk over ‘plaagdieren’ dat we konden vinden, is van 2018. Daar werd al wel gesproken over een overgang van plaagdierbestrijding naar plaagdierbeheersing, met aandacht voor preventie.


2. Hoe ziet het geldende beleid rond de omgang met overlast veroorzakende dieren, zoals muizen en ratten, eruit? Welke rol spelen de belangen van de betreffende dieren hierin?

Antwoord:
Er is geen specifiek beleid ontwikkelt voor plaagdierbeheersing. Bij de aanbesteding hebben we het Integrated Pest Management voorgeschreven.


3. Om welke reden wordt in dit stuk nog gesproken over 'plaagdieren' terwijl in 2012 door het college is besloten het gebruik van de term 'overlast gevende dieren' in de plaats zou komen van 'plaagdieren' en 'ongedierte' conform de wens van de Dierenbescherming?

Antwoord:
De taak plaagdierbeheersing is door Ruimtelijke Uitvoering (RUV) afgelopen jaar overgenomen van Brabants Afval Team (BAT). Bij de overdracht was ons niet bekend dat de term “overlast gevende dieren” hiervoor in de plaats was gekomen. De afdeling RUV zal dit omzetten in “overlast gevende dieren”. Verder staat in het Collegebesluit actualisatie dierenwelzijn (13-7-2021) dat inzet op proactieve informatievoorziening naar horeca omtrent overlast gevende duiven in 2021 zou worden uitgevoerd.


4. Op welke manier is aan deze aanpassing van het beleid dierenwelzijn in 2021 uitvoering gegeven, en op welke manier is die uitvoering al dan niet vandaag de dag nog van toepassing?

Antwoord:
In de actualisatie is toegezegd dat horeca ondernemers door middel van een brief gevraagd wordt om duiven niet meer te voeren. Uit navraag blijkt dat deze brieven niet zijn verstuurd. Overlast gevende duiven zijn geen onderdeel van de overeenkomst plaagdierbeheersing.