Schrif­te­lijke vragen: Verplaatsen vijver bij station Tilburg Univer­siteit

Indiendatum: 29 jul. 2024

De Partij voor de Dieren heeft eerder dit jaar vernomen dat er plannen zijn (of waren) om de vijver nabij station Tilburg Universiteit te verplaatsen. Wij maken ons zorgen over de impact van deze mogelijke verplaatsing op de omgeving, en in het bijzonder op de flora en fauna in en rondom de vijver. Middels deze technische vragen hopen wij opheldering te krijgen over de huidige status van deze plannen en inzichtelijk te krijgen wat de overwegingen en gevolgen van deze mogelijke verplaatsing kunnen zijn.

1. Wat is de huidige status van de plannen voor de verplaatsing van de vijver bij station Tilburg Universiteit?

2. Wanneer en door wie zal hierover besluitvorming plaatsvinden?

3. Welke stappen worden in het besluitvormingsproces ondernomen en op welke wijze worden deze gecommuniceerd?

4. Hoe past de eventuele verplaatsing van de vijver binnen de bredere duurzaamheids- en groenbeleidsplannen van de gemeente Tilburg?

5. Heeft gemeente Tilburg onderzoek gedaan naar de impact van de verplaatsing van de vijver op de lokale flora en fauna?

6. Zo ja, kunnen wij de resultaten van dit onderzoek inzien?

7. Wat zijn de verwachte gevolgen van de mogelijke verplaatsing van de vijver voor de huidige bewoners die nu uitkijken op de vijver?

8. Hoe worden hun belangen en zorgen meegenomen in de besluitvorming?

9. Op welke manier zijn de bewoners inmiddels betrokken bij de plannen?

10. Hebben zij al feedback gegeven en zo ja, hoe wordt deze in het proces geïntegreerd?

11. Mocht het plan worden geëffectueerd, welke specifieke maatregelen zijn gepland om de dieren in de vijver, zoals vissen, amfibieën en watervogels, te beschermen tijdens en na de verplaatsing?

12. Welke alternatieve scenario's zijn overwogen naast de verplaatsing van de vijver voor het creëren van ruimte voor woningbouw?

13. Wat zijn de voor- en nadelen van deze alternatieven?

14. Wat zijn de geschatte kosten van het verplaatsen van de vijver en hoe worden deze gefinancierd?

15. Hoe verhoudt dit zich tot de kosten van alternatieve oplossingen?