Schrif­te­lijke vragen: Honden­los­loopveld in de binnenstad

Indiendatum: 18 jul. 2024
Antwoorddatum: 10 sep. 2024

Vanuit bewoners zijn wij op de hoogte gesteld van diverse problemen en onduidelijkheden omtrent hondenlosloopvelden in de binnenstad (Tarwehof/Koolzaadhof). Via onderstaande vragen willen wij duidelijkheid verschaffen over regelgeving, het huidige beleid en mogelijke verbeteringsslagen van deze veldjes.

Daarnaast hebben wij een aantal aanvullende vragen over besteding van hondenbelasting. Zie hiervoor ook onze Schriftelijke vragen van 23 mei 2023.

Functie en Veiligheid van het losloopveld

1. Wat is de oorspronkelijke bestemming van het hondenlosloopveld Tarwehof/Koolzaadhof, en wat is de functie van het hek eromheen?

Antwoord:
De bestemming was en is nog steeds 'groen'. De functie van het hek is afbakenen van de zone waarin de honden wél los mogen lopen (vanuit de APV zijn loslopende honden verboden binnen de bebouwde kom).


2. Erkent het college dat de hekken van de hondenlosloopvelden in Tilburg variëren in hoogte en dat de bewering dat ‘de standaardhoogte 1 meter is niet klopt?
(Reactie op diverse fixi meldingen: ‘het hek heeft een standaardhoogte van 1 meter en de gemeente gaat (dus) niets
doen’.)

Antwoord:
We passen normaal gesproken twee typen hekwerken toe en beide zijn in principe 1 meter hoog. Er is een enkele locatie waar we, bijvoorbeeld op verzoek van gebruikers of omwonenden, een hoger hek hebben geplaatst. Indien het te plaatsen hekwerk hoger is dan 1 meter, is een omgevingsvergunning nodig.


3. Is het college bereid de expertise te volgen van de Hondenbescherming, die een minimale hoogte van anderhalve meter aanbeveelt, om de veiligheid van dieren en mensen te garanderen?

Antwoord:
Nee, we onderkennen de expertise van de Hondenbescherming, maar het volgen van de aanbevelingen over de hoogte van hekken stuit in de praktijk vaak op bezwaren. Het plaatsen van een hoger hek heeft namelijk ook invloed op het beeld in de stad. In een groengebied willen we graag openheid en doorzichten. Bovendien, voor ieder hek hoger dan 1,00 meter, hebben we een vergunning nodig.
Het is belangrijk om te beseffen dat een gemotiveerde hond ook over een hoger hek kan springen of klimmen. De hekken rondom een losloopveld zijn dan ook eerder bedoeld om aan te geven hoever het veld zich uitstrekt dan puur om veiligheid te waarborgen. Voor het hondenlosloopveld Tarwehof/Koolzaadhof is met de bewoners wel gesproken om een hoger hek te plaatsen. Hiervoor moet dan een vergunning worden aangevraagd. Ook andere verbeteringen aan het veld worden nog met hen besproken.


4. Hoe weegt het college het belang van vrijlopende honden tegen de veiligheidsrisico's voor de omgeving?

Antwoord:
Een stadse omgeving is voor het natuurlijk gedrag van een hond niet ideaal, want lopen en rennen, snuffelen en spelen zijn natuurlijke behoeften voor honden. Als deze niet voldoende kunnen worden beoefend kan de hond ongewenst gedrag gaan vertonen, waaronder ook onveilig gedrag. Bijtincidenten bij mens en dier zijn daarvan het meest opvallende en gevaarlijke resultaat. Daarom hebben we voor honden (en hun houders) mogelijkheden gecreëerd in de vorm van hondenlosloopzones om deze natuurlijke gedragingen te stimuleren en onveilig stressgedrag zo veel mogelijk te beperken.


5. Wie is aansprakelijk voor schade of letsel wanneer er zich een incident voordoet met een loslopende hond die heeft kunnen uitbreken uit een met een hek omheind hondenlosloopveld?

Antwoord:
De bezitter of eigenaar van een hond is altijd aansprakelijk voor (letsel)schade die door de hond is veroorzaakt.


6. Is het college het met de Partij voor de Dieren fractie eens dat de gemeente een verantwoordelijkheid heeft om de veiligheid van losloopveldjes te vergroten als gebruikers en omwonenden aangeven dat het huidige hek niet hoog genoeg is om problemen te voorkomen?

Antwoord:
Wanneer we vragen of klachten van bewoners of gebruikers ontvangen over de veiligheid van de losloopzones, bekijken we de situatie en gaan we waar mogelijk met hen in gesprek om gezamenlijk te zoeken naar een oplossing. Het plaatsen van een hoger hekwerk is echter niet altijd de meest gewenste of juiste oplossing.

Beleid en expertise

1. Onderschrijft het college dat het voor het welzijn van honden goed is en past bij hun natuurlijke gedrag om vrij te kunnen rennen en spelen op een losloopveld?

Antwoord:
Ja.


2. Wie of welke expertise wordt betrokken bij het maken van beleid voor honden of bij de uitvoering daarvan? Wordt er bijvoorbeeld samengewerkt met de ambtenaar dierenwelzijn, Diervizier, de Koninklijke Hondenvereniging, de HondenCampus of andere deskundigen?

Antwoord:
Bij het creëren van voorzieningen voor honden werken diverse medewerkers in onze organisatie samen, zoals een beleidsmedewerker dierenwelzijn, wijkregisseurs, beheerder schoon, ontwerper openbare ruimte, kwaliteitsmedewerkers openbare ruimte, enz. Indien nodig raadplegen zij externe deskundigen. Onze uitvoeringsorganisatie Diamant-groep werkt samen met HondenCampus en andere organisaties.


3. Wat is het ambitieniveau omtrent de openbare voorzieningen, zoals losloopveldjes, voorhonden in onze gemeente?

Antwoord:
In het Handboek Openbare Ruimte (HIOR) hebben we richtlijnen vermeld voor het formaat en inrichting van deze voorzieningen. Deze zijn bedoeld voor (stedelijke ontwikkelings)projecten waar bijvoorbeeld een nieuwe losloopzone wordt aangelegd. We hebben geen ambitie vastgelegd voor het aantal en de spreiding van de losloopzones over de gemeente.


4. Is het college bekend met het Witboek Losloopgebieden en Welzijn van de Koninklijke Hondenbescherming?

Antwoord:
Ja.


5. Is het college bereid om rekening te houden met de aanbevelingen die hierin staan bij toekomstige (her)ontwikkelingen voor hondenlosloopveldjes?

Antwoord:
Met een deel van de aanbevelingen houden we rekening bij de ontwikkeling van nieuwe losloopzones. We maken echter wel onderscheid tussen de eenvoudige losloopzones in een woonbuurt, waar hondenbezitters meerdere keren per dag heen kunnen lopen, en de grotere gebieden waar ze met de auto of de fiets naartoe moeten en waar de honden 1 keer per dag of per week langere tijd los kunnen lopen. De aanbevelingen gaan met name over de grote losloopzones.


6. Is het college bereid om de inrichting van de huidige losloopveldjes te verbeteren, bijvoorbeeld door het toevoegen van meer groen, hoogteverschillen en speeltoestellen zoals een buis, zoals wordt aanbevolen door de Hondenbescherming?

Antwoord:
Wanneer we vragen van gebruikers en omwonenden ontvangen over verbetering van een losloopzone gaan we met hen in gesprek. We hebben echter geen beleid om nu de inrichting van de huidige losloopzones te verbeteren.

Hondenbelasting en Financiële Transparantie

1. Hoe wordt de hondenbelasting die in Tilburg wordt geïnd, ingezet om verbeteringen te financieren en daarmee de veiligheid en het welzijn van zowel honden als omwonenden te vergroten?

Antwoord:
De opbrengsten van de hondenbelasting zetten we nagenoeg geheel in voor voorzieningen voor honden en maatregelen ter bestrijding van mogelijk ervaren overlast van honden. Dit is inclusief de uren die hiervoor nodig zijn. Het gaan dan bijvoorbeeld om:
• Aanleg, beheer en onderhoud uitlaatstroken en losloopzones.
• Handhaving in de openbare ruimte op basis van regelgeving APV zoals aanlijnplicht, verontreiniging, aanpak gevaarlijke honden.
• Aanleg van hondenvoorzieningen (bijvoorbeeld hondenspeeltoestellen), adviseren bij keuze locatie en inrichting en het beheren en onderhouden.
• Plaatsen en ledigen hondenpoepbakken en het zorgen voor communicatie door bijvoorbeeld het plaatsen van borden.
• Tijdelijke opvang van zwerfdieren die worden gevonden binnen de gemeentegrenzen. Dit is een wettelijke taak waartoe gemeenten zijn verplicht.


2. Uit een overzicht van de gemeentelijke kosten en opbrengsten behorende bij Verordening hondenbelasting 2023 blijkt dat er jaarlijks meer opbrengsten zijn dan kosten. Wat wordt er gedaan met deze plus?

Antwoord:
De meeropbrengst komt ten gunste van de algemene middelen.


3. Is het mogelijk dat met deze plus de hondenveldjes nog beter worden ingericht zodat deze uitdagender en diervriendelijker zijn?

Antwoord:
Aangezien de meeropbrengst als algemeen dekkingsmiddel voor de begroting is ingezet zijn deze middelen niet beschikbaar voor beter inrichten van de veldjes.


4. Op de website van de gemeente staat dat de hondenbelasting de kosten dekt van bijvoorbeeld de aanleg en onderhoud van losloopzones, uitlaatstroken, hondentoiletten, dierenopvang, handhaving en controles door de reinigingspolitie. Waarom worden de kosten voor de opvang van honden meegenomen in de balans? Dit lijkt in tegenspraak met wat de gemeente publiceert over de besteding van de hondenbelasting.

Antwoord:
Nee, dat is niet in tegenspraak want uit de hondenbelasting betalen we ook de kosten voor dierenopvang, waaronder honden.


5. Indien de hondenbelasting ook naar andere zaken gaat (zoals opvang van honden), kunt u dit dan duidelijk op de website vermelden in het kader van transparantie?

Antwoord:
Op Tilburg.nl staat vermeld welke kosten de hondenbelasting dekt, waaronder dus ook 'dierenopvang’.


6. Zijn de kosten voor opvang van dieren überhaupt niet een verantwoordelijkheid van de gemeente, los van de hondenbelasting?

Antwoord:
De gemeente heeft een wettelijke plicht haar zwerfdieren op te vangen. De kosten hiervoor staan los van het feit of er wel of niet hondenbelasting wordt geheven.