Tech­nische vragen: Ontwik­ke­lingen Louis Bouw­mees­ter­plein


Tech­nische vragen

Indiendatum: 6 sep. 2024

Binnenkort komt het Raadsvoorstel Herontwikkeling en Grondexploitatie Louis Bouwmeesterplein naar de raad. Ook is de raad eerder al geïnformeerd via o.a. een informatiesessie over de plannen. In de huidige stukken is de informatie uitgebreider waardoor wij aanvullende technische vragen hebben.

1. In het stuk staat onder argument 1.1.3 Groen: "Ten behoeve van een hoogwaardige, groene invulling wordt het binnenhof voorzien van een grondlaag van minimaal 1.0 meter op de parkeergarage." Wat houdt "een grondlaag van minimaal 1.0 meter op de parkeergarage" precies in? Graag een toelichting.

2. Ook staat in het stuk “De planologische en milieutechnische haalbaarheid van de ontwikkeling wordt in de volgende fase onderzocht.”. Wanneer kan de raad de uitkomsten van dit onderzoek verwachten? Welke onderzoeksvragen worden precies gesteld?

3. In het stuk ‘Volumemodel en principes voor de buitenruimte’, over duurzaamheid staan verschillende voorbeelden benoemd zoals nestkasten, groene daken en gevel groen. Wat wordt verstaan onder gevel groen? Op welke manier wordt hier invulling aangegeven en wie is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud? Wat zijn redenen om uiteindelijk niet te kiezen voor gevel groen en wie bepaald dit?

4. Ook staat er dat er aandacht is voor duurzaam materiaal gebruik. Wat wordt verstaan onder duurzame materialen? Wat betekend dit in de praktische uitwerking? Wie bepaald welke materialen gebruikt worden? Is er een minimaal percentage van gebruik van duurzame materialen voordat er gesproken mag worden van een “duurzaam gebouw obv materialen gebruik?”

5. In het stuk zien wij geen (duidelijke) verwijzing naar energieneutraliteit of zelfs positiviteit. Hoe krijgt dit vorm binnen dit project?

Indiendatum: 6 sep. 2024
Antwoorddatum: 27 sep. 2024

Binnenkort komt het Raadsvoorstel Herontwikkeling en Grondexploitatie Louis Bouwmeesterplein naar de raad. Ook is de raad eerder al geïnformeerd via o.a. een informatiesessie over de plannen. In de huidige stukken is de informatie uitgebreider waardoor wij aanvullende technische vragen hebben.

1. In het stuk staat onder argument 1.1.3 Groen: "Ten behoeve van een hoogwaardige, groene invulling wordt het binnenhof voorzien van een grondlaag van minimaal 1.0 meter op de parkeergarage." Wat houdt "een grondlaag van minimaal 1.0 meter op de parkeergarage" precies in? Graag een toelichting.

Antwoord:
Bovenop de parkeergarage wordt een groen binnenhof gerealiseerd. Een grondlaag van minimaal 1,0 meter houdt in dat er op de parkeergarage een laag van minimaal 1,0 meter diepte wordt aangelegd waarin de beplanting wordt aangebracht. De diepte van 1,0 meter is relevant omdat deze nodig is om op het dek, naast lagere beplanting en meerstammige bomen, ook echt volwaardige bomen te kunnen plaatsen.


2. Ook staat in het stuk “De planologische en milieutechnische haalbaarheid van de ontwikkeling wordt in de volgende fase onderzocht.”. Wanneer kan de raad de uitkomsten van dit onderzoek verwachten? Welke onderzoeksvragen worden precies gesteld?

Antwoord:
Als onderdeel van de omgevingsplanprocedure worden alle onderzoeken uitgevoerd die nodig zijn om aan te tonen dat er sprake is van een goed woon- en leefklimaat en evenwichtige toedeling van functies aan locaties. In de Omgevingswet is opgenomen dat dit in ieder geval omvat onderzoeken m.b.t. de bouwwerken, infrastructuur (verkeer en parkeren), water, bodem, luchtkwaliteit, landschap, natuur, cultureel en werelderfgoed. Ook wordt het plan getoetst aan onze gemeentelijke beleidskaders (o.a. beleid RO Hoogbouw en duurzaamheidsbeleid). In de voorlopige planning is opgenomen dat het ontwerp omgevingsplan in Q2 2025 ter inzage wordt gelegd en in Q4 2025 door de raad wordt vastgesteld. We zullen de raad ook tussentijds blijven informeren, in ieder geval via de raadsvolggroep Binnenstad.


3. In het stuk ‘Volumemodel en principes voor de buitenruimte’, over duurzaamheid staan verschillende voorbeelden benoemd zoals nestkasten, groene daken en gevel groen. Wat wordt verstaan onder gevel groen? Op welke manier wordt hier invulling aangegeven en wie is verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud? Wat zijn redenen om uiteindelijk niet te kiezen voor gevel groen en wie bepaald dit?

Antwoord:
Bij de uitwerking van het volumemodel naar een ontwerp zal onderzocht en bepaald worden op welke manier de duurzaamheidsambities ingepast worden. Gevelgroen kan op verschillende manieren worden toegepast. In het gemeentelijk beleid “Klimaatscores nieuwbouwontwikkeling 2022” wordt onderscheid gemaakt tussen:
a. grondgebonden groen: bijv. klimplanten met wortels in de grond;
b. niet grondgebonden groen: met systeem aan gevel bevestigd;
c. geveltuin: strook beplanting direct aan/voor de gevel met breedte van minimaal 45 cm en
d, een begroeide constructie/pergola.
De gemeente en BPD bepalen samen de uitgangspunten en ambities, op basis waarvan het plan verder wordt uitgewerkt. BPD betrekt de gemeente ook bij de selectieprocedure en de uitwerking van de gebouwen. Gemeente en BPD zijn nog in overleg over de wijze waarop het groen in de toekomst wordt onderhouden en beheerd. Dit is onder andere afhankelijk van de toekomstige eigendomssituatie (gemeente of privé), waarover nog keuzes gemaakt moeten worden.


4. Ook staat er dat er aandacht is voor duurzaam materiaal gebruik. Wat wordt verstaan onder duurzame materialen? Wat betekend dit in de praktische uitwerking? Wie bepaald welke materialen gebruikt worden? Is er een minimaal percentage van gebruik van duurzame materialen voordat er gesproken mag worden van een “duurzaam gebouw obv materialen gebruik?”

Antwoord:
Er zijn verschillende manieren om duurzaam gebruik van materialen in de bouw toe passen, bijvoorbeeld type materiaal of circulariteit. De manier waarop dat bij dit project wordt toegepast, wordt uitgewerkt in het ontwerp. Ten minste zal voldaan worden aan de geldende MilieuPrestatie Gebouwen (MPG) norm waarmee gewerkt wordt aan een lagere impact op milieu (waaronder CO2). De MPG is een belangrijke maatstaf voor de duurzaamheid van een gebouw. Hoe lager de MPG, hoe duurzamer het materiaalgebruik. BPD streeft in haar projecten naar een MPG van 0,6 ten opzichte van de wettelijke norm van 0,8.


5. In het stuk zien wij geen (duidelijke) verwijzing naar energieneutraliteit of zelfs positiviteit. Hoe krijgt dit vorm binnen dit project?

Antwoord:
Bij de uitwerking van het volumemodel naar een ontwerp wordt onderzocht en bepaald op welke manier invulling wordt gegeven aan de energieprestatie eisen en -wensen. BPD streeft in haar projecten naar een BENG 2 ≤25 kWh/m2/jr voor appartementen. Of dit realiseerbaar is hangt af van het type energieconcept en het beschikbare dakoppervlak voor zonnepanelen. Dit vormt bij hoogbouw (>6 bouwlagen) een uitdaging en is niet altijd binnen redelijke grenzen haalbaar. In het vervolgtraject wordt een adviseur betrokken om te komen tot een optimaal energieconcept.

Interessant voor jou

Technische vragen: Raadsvoorstel Aanpassing Stimuleringslening ‘Aan de slag met je huis'

Lees verder

Schriftelijke vragen: Preventie zelfdoding n.a.v. vele zelfdodingen Talent Square

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer