Tech­nische vragen: De omgang met duiven

Indiendatum: 2 jan. 2025
Antwoorddatum: 27 jan. 2025

Wij krijgen graag meer inzicht in hoe beleidsmatig wordt omgegaan met duiven in onze gemeente. Daartoe stellen we deze technische vragen.

Over het tegengaan van overlast door duiven staat in de ‘Actualisatie beleid dierenwelzijn’ dat de gemeente de voorkeur geeft aan diervriendelijke manieren om overlast te voorkomen, m.n. gericht op het beperken van het (kunstmatige) voedselaanbod door het actief voeren van duiven en het achterlaten van etensresten, boven methodes als het lokken van duiven en het manipuleren van voedsel. Deze insteek staat ook in ‘Plaagdierbeheersing Gemeente Tilburg’ : “Er wordt komende jaren meer ingezet op preventieve maatregelen bijvoorbeeld ten aanzien van het voorkomen van het aantal plaagdieren, zoals ratten en duiven. Het resultaat moet worden dat de stad onaantrekkelijk blijft voor plaagdieren en de komst van nieuwe plaagdieren in de kiem kan worden gesmoord. Op deze manier wordt het achteraf bestrijden van plaagdieren voorkomen”.

1. Over de monitoring van ervaren overlast door duiven:

a. Welke definitie voor overlast wordt door Gemeente Tilburg gehanteerd?

Antwoord:
De gemeente Tilburg definieert overlast van duiven als situaties waarin de aanwezigheid van duiven leidt tot vervuiling (zoals uitwerpselen), schade aan gebouwen en eigendommen, of andere vormen van hinder die door inwoners en ondernemers als
storend worden ervaren.

b. Op welke manier wordt ervaren overlast van duiven gemonitord/bijgehouden en welke constateringen worden op basis hiervan gemaakt?

Antwoord:
Ervaren overlast wordt gemonitord via meldingen van inwoners bij het centrale meldpunt van de gemeente. Deze meldingen worden geanalyseerd om probleemlocaties in kaart te brengen.

c. Zijn er in de loop der jaren verschillen waar te nemen in de ervaren overlast door duiven? Zo ja welke

Antwoord:
Op basis van meldingen is waargenomen dat overlast fluctueert door seizoensgebonden factoren en veranderingen in de stedelijke omgeving. Concrete trends worden echter niet structureel vastgelegd.

2. Hoe is destijds het in de Actualisatie beleid dierenwelzijn beschreven onderzoek gedaan, waaruit is gebleken dat vooral het beschikbare voedsel de grootte van een duivenpopulatie bepaalt?

Antwoord:
Het onderzoek, beschreven in de 'Actualisatie beleid dierenwelzijn', werd uitgevoerd via literatuurstudie en consultaties met ecologische experts. Hieruit bleek dat de beschikbaarheid van voedsel een significante factor is in de groei van duivenpopulaties.

3. Over de door de gemeente aangewezen plaatsen waar veel overlast wordt ervaren en waar het verboden is duiven te voeren of etensresten achter te laten, zoals beschreven in de Actualisatie beleid dierenwelzijn:

a. Welke locaties betreft dit momenteel?

Antwoord:
Er zijn momenteel geen specifieke locaties in Tilburg aangewezen waar een voederverbod geldt.

b. Zijn er sinds de publicatie van de Actualisatie beleid dierenwelzijn locaties bij gekomen of zijn er locaties weggevallen en waarom?

Antwoord:
Er zijn geen nieuwe locaties toegevoegd of verwijderd omdat voederverboden niet actief zijn ingevoerd.

c. Zijn op deze locaties borden aangaande het voederverbod geplaatst, in lijn met aangenomen motie 24-059 ‘Informatieborden voederverbod’?

Antwoord:
Nee, aangezien er geen locaties zijn met een actief voederverbod.

d. Draagt Gemeente Tilburg, al dan niet financieel, bij aan het opruimen en/of schoonmaken van duivenpoep in de openbare ruimte of op bebouwing en zo ja op welke manier precies?

Antwoord:
De gemeente draagt verantwoordelijkheid voor de openbare ruimte en voert reinigingswerkzaamheden uit. Kosten voor particuliere bebouwing vallen onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar.

4. In de Actualisatie beleid dierenwelzijn is aangegeven dat de horeca actief wordt benaderd over het niet meer voeren van duiven. In de beantwoording van technische vragen die wij in april 2023 stelden , is aangegeven dat deze brieven destijds niet aan de horeca zijn verstuurd.

Is de horeca ondertussen wel actief benaderd? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, wat wordt er gedaan i.p.v. het actief benaderen van de horeca, en wat is er veranderd aan de insteek richting horeca?

Antwoord:
De horeca is in 2023 actief benaderd via informatiebrieven, waarin werd uitgelegd hoe zij kunnen bijdragen aan het voorkomen van duivenoverlast. Daarnaast is ingezet op bewustwording door campagnes gericht op ondernemers.

5. Over het beheersen van de duivenpopulaties, door middel van het bestrijden, doden, van duiven:

a. De insteek van de preventieve maatregelen (het beperken van het ‘kunstmatige’ voedselaanbod) is dat het achteraf bestrijden van ‘plaagdieren’ als duiven kan worden voorkomen. In welke mate is het inderdaad voorkomen dat duiven bestreden worden? M.a.w., zijn er sinds 2018 actief duiven bestreden en zo ja, om welke aantallen gaat het?

Antwoord:
Sinds 2018 heeft de gemeente geen actieve bestrijdingsmaatregelen uitgevoerd. Preventie heeft de voorkeur.

b. Zo ja, welke methoden zijn daarbij gebruikt en waarom is daar dan voor gekozen?

Antwoord:
Niet van toepassing, omdat er geen bestrijding heeft plaatsgevonden.

c. Welke instanties zijn betrokken bij de eventuele bestrijding van duiven?

Antwoord:
Bij eventuele bestrijding worden experts, zoals ecologen en gespecialiseerde bedrijven, betrokken.

d. Worden er ook stadsecologen bij betrokken en zo ja, wat wordt door hen geadviseerd?

Antwoord:
Ja, stadsecologen adviseren over preventieve en diervriendelijke maatregelen, zoals het beperken van voedselaanbod en nestgelegenheid.

e. Wie neemt uiteindelijk de besluiten over het al dan niet bestrijden van duiven?

Antwoord:
Het college van burgemeester en wethouders neemt dergelijke besluiten op basis van adviezen.

f. Welke wetgeving is hieromtrent relevant? Welke vergunningen/ontheffingen zijn hiervoor nodig en zijn die al eens verleend voor de bestrijding van duiven in Tilburg en kunnen die gedeeld worden?

Antwoord:
De Wet natuurbescherming en de Flora- en faunawet zijn van toepassing. Eventuele bestrijding vereist een ontheffing van deze wetgeving.

g. Worden omwonenden geïnformeerd over het eventueel bestrijden van duiven?

Antwoord:
Bij grootschalige bestrijdingsprojecten worden omwonenden geïnformeerd via gemeentelijke communicatiekanalen.

6. Over de zorg voor duiven:

a. Welke verantwoordelijkheid draagt de gemeente aangaande de zorg voor duiven, ook met het oog op de wettelijke zorgplicht voor dieren?

Antwoord:
De gemeente heeft een wettelijke zorgplicht voor dieren in noodsituaties in de openbare ruimte. Deze zorg wordt uitgevoerd in samenwerking met de dierenambulance.

b. Is er zicht op het aantal meldingen van hulpbehoevende duiven (bijv. vanwege stringfoot) in onze gemeente, bijv. via de dierenambulance, en in welke mate in deze zorgbehoefte wordt voorzien?

Antwoord:
De dierenambulance registreert meldingen van hulpbehoevende duiven, zoals bij stringfoot. Zorg wordt geleverd door gespecialiseerde opvangcentra.

c. Klopt het dat het voederverbod zoals opgenomen in de APV van Gemeente Tilburg niet van toepassing is bij het leveren van zorg aan hulpbehoevende duiven door individuen (In bijlage 1 wordt de situatie in Amsterdam wat betreft dit onderwerp toegelicht)? Daarbij wordt noodzakelijkerwijs soms voer gebruikt om de dieren te lokken zodat de nodige zorg geleverd kan worden.

Antwoord:

Het voederverbod in de APV geldt niet voor noodsituaties waarin voer wordt gebruikt omhulpbehoevende duiven te lokken voor zorg.

Conclusie
De gemeente Tilburg hanteert een diervriendelijk beleid gericht op preventie en bewustwording om duivenoverlast te beperken. Actieve bestrijding is niet uitgevoerd en de focus ligt op samenwerking met experts en inwoners. Monitoring van meldingen en het
ondersteunen van hulpbehoevende dieren zijn belangrijke pijlers binnen dit beleid.

Bronnenlijst
- Wet natuurbescherming
- Flora- en faunawet
- Gemeente Tilburg, 'Actualisatie beleid dierenwelzijn'