Schrif­te­lijke vragen: De finan­ciële situatie van Dieren­opvang Hart van Brabant en de Dieren­am­bu­lance

Indiendatum: 18 nov. 2024

Onze fractie vindt zorg voor en opvang van dieren erg belangrijk. Al in 2022 zijn wij begonnen met vragen stellen over de situatie rondom onze lokale dierenopvang, Dierenopvang Hart van Brabant en de Dierenambulance.

Doordat er in 2022 zaken stonden te veranderen, zoals contracten e.d., en doordat de subsidiering voor de opvang niet in de perspectiefnota of programmabegroting te vinden is, hebben wij lang niet inzichtelijk gehad hoe het ervoor staat qua begroting, personele planning, bereikbaarheid en regioafspraken. Graag komen wij hier nu op terug met onderstaande vragen.

1. In reactie op onze technische vragen over de begroting van 2023 is o.m. aangegeven: “Tevens zal komend jaar worden besproken of er een gezamenlijke standpunt is over de reikwijdte van eventuele extra taken bovenop hetgeen wettelijk voor gemeenten is voorgeschreven” (antwoord 67). Heeft deze bespreking plaatsgevonden, en is er een gezamenlijk standpunt geformuleerd? Zo ja, hoe luidt het gezamenlijke standpunt? Zo nee, waarom niet; waarop is het formuleren van een gezamenlijk standpunt spaak gelopen?

2. In de beantwoording van onze technische vragen over de begroting van 2023 staat ook het volgende: “Het structurele effect zal op basis van accountgesprekken met Dierenopvang Hart van Brabant verder onderzocht / gemeten worden” (antwoord 69). Is het structurele effect al onderzocht / gemeten, en zo ja, wat is de uitkomst hiervan, en welke gevolgen zijn hieraan gegeven?

3. Uit de begroting, van de dierenambulance en de honden- en kattenopvang, voor 2022 bleek dat er in 2022 een financieel tekort à € 16.345 was. Op welke manier is getracht toekomstige financiële tekorten te voorkomen en waar is dat terug te vinden in de subsidieovereenkomst 2022-2026 met de dierenopvang?

4. Tijdens het werkbezoek aan de dierenopvang eind 2023 is kenbaar gemaakt aan de raad dat het rondkrijgen van de personele planning een uitdaging voor het honden- en kattenasiel is. Tevens heeft wethouder Celik aangegeven dat er in de maanden daaropvolgend gesprekken zouden plaatsvinden over de financiële situatie van de opvang. Wat is er uit die gesprekken naar voren gekomen?

5. Wat was destijds (eind 2023) de financiële situatie van de opvang en wat is die nu?

6. Hoe ziet het college haar rol in de financiële situatie van de Dierenopvang Hart van Brabant en de Dierenambulance?

7. Indien nodig, op welke manier heeft het college gehandeld om de financiële situatie van de opvang (structureel) te verbeteren?

8. Aan welke knoppen valt te draaien mocht de bedrijfsvoering of begroting van de dierenopvang niet toereikend zijn?

9. In de beantwoording van de eerder genoemde technische vragen is ook aangegeven dat
de kosten voor de honden- en kattenopvang en de dierenambulance structureel door gemeentelijke budgetten worden gedekt (antwoord 70). Op basis waarvan wordt de hoogte van het gemeentelijke budgetten voor de dierenopvang bepaalt, en wat zouden redenen zijn voor het al dan niet verhogen of verlagen van deze budgetten?

10. Welke voorwaarden worden aan de dierenopvang gesteld bij deze kostendekking door de gemeente; Waar mogen de middelen aan worden besteed, zijn er maximale bedragen per kostenpost, mogen er vrijwilligersvergoedingen mee gedekt worden, etc.?

11. Hoe ziet vervolgens de verantwoording, van de bestedingen van gemeentelijke middelen, eruit?

12. Eerder heeft onze fractie geconstateerd dat de bereikbaarheid van de dierenambulance niet altijd als voldoende wordt ervaren door inwoners die deze trachten te bereiken. Wij hebben daar vorig jaar schriftelijke vragen over gesteld, die ook zijn beantwoord. Zijn hier inmiddels stappen gezet en/of is dit onderdeel van gesprekken geweest tussen de dierenopvang en gemeente Tilburg?